Luchtvaart
5.02.2020

Dapper en innovatief: Meester in het overtuigen Henrik Erämetsä

Ninni Sandelius

Pictures: Marko Rantanen

 
Maak kennis met de man die ervoor zorgde dat de luchtvaart een metamorfose onderging: van science fiction naar realiteit. De Finse ingenieur Henrik Erämetsä deelt met journalist Ninni Sandelius hoe de wereld werd overgehaald om een ‘utopisch project’ te realiseren.

Eerst stilte. Daarna twee woorden: “Mission impossible”.

Het zijn niet altijd “Eureka!”-momenten die de geschiedenis veranderen. Aan iedere uitvinding of innovatie gaan eerst honderden zaken vooraf. Een van de dingen die moet gebeuren is dat de wereld klaar is om verandering te accepteren.

Het woord “onmogelijk” ging rond in de vergaderzaal. Henrik Erämetsä stond aan het hoofd van Neste in de Verenigde Staten. Hij had zijn leidinggevenden gevraagd of Neste de mogelijkheid kon onderzoeken voor de productie van duurzame luchtvaartbrandstof. Zij wezen zijn idee af. 

Niemand kan hen dat kwalijk nemen. In 2006 bestond er nog niet zoiets als duurzame luchtvaartbrandstof. Het was er simpelweg niet. Er was geen markt en geen product. Voor de meeste mensen was luchtvaartbrandstof (buiten science fiction) een utopie. Opzienbarend genoeg was de grootste drempel niet eens dat het onmogelijk was.

De grootste drempel was helemaal niet van technologische aard, of een gebrek aan interesse om praktische redenen. Het was geen van de dingen waar we aan denken wanneer we het hebben over uitvindingen die de wereld veranderen.

Om de koers van de geschiedenis dit keer te veranderen, was er een minder romantische focus nodig: standaardisatie.

Standaardisatie is enorm belangrijk om een brede markt aan te spreken. Toen Neste’s revolutionaire idee voor nieuwe brandstof eenmaal was bedacht, was de productie ervan redelijk makkelijk. Maar voordat de productie kon starten, moest er een standaardisatie komen zodat de brandstof overal, voor iedere motor en altijd gebruikt kon worden.

Neste had de mogelijkheden om dat te realiseren. Toch leek het doel enorm groot.

Ze zeiden dat het maken van een nieuwe soort luchtvaartbrandstof 40 jaar in beslag zou nemen en dat ik dit utopische project moest vergeten.

“Ze zeiden dat de productie en standaardisatie van een nieuwe soort luchtvaartbrandstof 40 jaar in beslag zou nemen”, zegt Erämetsä nu. “Men vertelde me dat het idee volkomen onrealistisch was en dat ik dit utopische project gewoon moest vergeten.”

Gelukkig luisterde Erämetsä die dag (en in de weken, maanden en jaren die volgden) niet naar wat hem werd verteld.

Erämetsä en zijn team merkte dat men in de VS enthousiast was over Neste’s nieuwe product, hernieuwbare diesel. Het team was ervan overtuigd dat Neste de productie moest uitbreiden naar de luchtvaart.

Erämetsä geloofde dat Neste mee moest werken aan een project waarin er een wereldwijde standaardisatie voor luchtvaartbrandstof werd afgesproken. Hij stopte al zijn energie in het project om daarmee zijn droom werkelijkheid te maken.

15 jaar later is hernieuwbare luchtvaartbrandstof verkrijgbaar voor vliegtuigen over de hele wereld. Met dank aan de durf, doorzettingsvermogen en ijverig werk van Erämetsä en zijn internationale projectteam is Neste nu de grootste producent van deze brandstof.

Hoe verklaart Erämetsä zijn succes? “Ik vind het leuk om met mensen te ontmoeten en hen dingen vanuit een ander perspectief te laten bekijken”, zegt hij.

 
Ingenieur in hart en nieren

Erämetsä was al vanaf jonge leeftijd geïnteresseerd in bouwkunde. “Mijn moeder zei dat ik als kind een liniaal gebruikte bij het tekenen”, zegt hij.

Het leek onvermijdelijk dat hij bouwkunde zou studeren, wat hij vervolgens in de jaren ’70 ook deed aan de Technische Universiteit in Helsinki.

We kijken uit het raam van een vergaderruimte in Neste’s hoofdkwartier. “Je kan het hoofdgebouw van de universiteit aan de andere kant van de straat zien”, zegt hij. Hij wijst naar het bakstenen auditorium van zijn alma mater, vandaag de dag Aalto Universiteit genoemd. Na zijn afstuderen besteedde Erämetsä 10 jaar aan het ontwerpen, bouwen en verkopen van schepen en andere watervoertuigen. “Wanneer ik langs een scheepshaven rijd, voel ik het plezier nog steeds”, zegt hij.

Erämetsä begon bij Neste rond het nieuwe millennium, toen het bedrijf nog Fortum heette. In het begin werkte hij als vicepresident van specialiteitsproducten. Met zijn ervaring in zowel de binnenlandse markt als in export, had hij de leiding over de verkoop van luchtvaart- en zeevaartbrandstof en bitumen.

Maar één gebeurtenis zou de koers van zijn carrière veranderen, en die van de strijd voor een duurzame samenleving.

 
De Houston opdracht

Houston, Texas: een hotspot voor de internationale energiebranche. In Houston geldt, energie is olie. De stad heeft zichzelf de bijnaam gegeven ’Energiehoofdstad van de Wereld’ . De skyline bestaat uit wolkenkrabbers waar zowel giganten uit de energie-industrie als grote ingenieursbedrijven hun kantoren hebben.

Ook Neste was al tientallen jaren aanwezig in de stad. In 2004 werd Erämetsä gevraagd om Neste’s Amerikaanse kantoor te leiden en te verhuizen naar Houston.

“Ik zei bijna in een seconde ja”, herinnert hij zich. “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in nieuwe opdrachten. Op dat moment had ik twee banen gehad in Duitsland en een functie in Praag, dus ik was wel bekend met verhuizen naar een ander land.”

Austin is de stad voor intellectuelen, Dallas de stad voor advocaten, en Houston de stad voor ingenieurs.

“De Texanen zeggen dat Austin de stad voor intellectuelen is, Dallas de stad voor advocaten en Houston is de stad voor ingenieurs”, zegt Erämetsä. “Al ben ik zelf een ingenieur, ik herken soms de ingenieur in mezelf en mensen om me heen niet. Toch herken ik het stereotype wel.”

Voor Erämetsä was Houston een fantastische plek. De levensstandaard was hoog en het warme klimaat sprak hem als man die koud weer gewend was aan. Houstons Neste kantoor was klein en intiem, met slechts 15 mensen. Neste moest gas en iso-octane (een benzinemengsel) verkopen aan de VS (wat voornamelijk Californië betekende) en Canada. “Neste was een van de weinige niet-Amerikaanse raffinaderijen die benzine leverde aan deze markt”, zegt Erämetsä.

Echter, binnen een paar maanden kreeg Erämetsä al een nieuwe opdracht.

Neste had besloten de grote sprong naar duurzame producten te maken en kondigde plannen aan voor de bouw van een nieuwe raffinaderij voor hernieuwbare diesel in Porvoo, Finland. Het kantoor in Houston moest alvast starten met de marketing van het nieuwe product in de Amerikaanse markt.

 
De sterren van hernieuwbare brandstoffen

Erämetsä en zijn team bezochten alle mogelijke conferenties in de industrie om hun innovatie in hernieuwbare brandstoffen te introduceren. Iedereen was nieuwsgierig naar het eerste bedrijf dat investeerde in hernieuwbare brandstof.

Iedereen was nieuwsgierig naar het eerste bedrijf dat investeerde in hernieuwbare brandstof.

“We werden snel bekend in de industrie vanwege deze baanbrekende duurzame diesel”, zegt Erämetsä. “Bij een event vertelde een belangrijke wetgever dat onze presentatie de enige reden was voor zijn komst.”

“We kregen het gevoel dat we het goed deden. We zagen dat we een oprechte kans hadden om te slagen in het leveren van een nieuwe brandstof in de markt. Het was een goed gevoel en het gaf ons enorm veel motivatie.”

Tegen 2006 kwam Erämetsä erachter dat er ook andere partijen geïnteresseerd waren in Neste’s investeringsplannen. De aanstaande samenwerking zou niet alleen leiden tot een koersverandering van Neste, maar ook van de wereldwijze brandstofindustrie.

 
Een verrassend contact

In 2006 vormden Amerikaanse overheidsinstanties, vliegtuigmaatschappijen, vliegtuig- en motorfabrikanten, energiemaatschappijen en onderzoekers de Commercial Aviation Alternative Fuels Initiative (CAAFI). CAAFI’s doel is de ontwikkeling van alternatieve luchtvaartbrandstof die net zo veilig is en evenveel kost als brandstof op petroleumbasis. Tegelijkertijd moet de brandstof duurzamer zijn en meer leveringszekerheid bieden voor de luchtvaart.

“Destijds waren petroleumprijzen hoog en was leveringszekerheid van grote zorg voor het Amerikaanse leger en de overheid”, legt Erämetsä uit. “Maar er was nog een belangrijke reden om alternatieve brandstof te ontwikkelen: om CO2-uitstoot en de impact op het milieu te verminderen.”

We hadden nog helemaal niet over vliegtuigen nagedacht, aangezien we ons concentreerden op hernieuwbare diesel voor auto’s.

CAAFI zag Neste’s succes met hun hernieuwbare diesel en zag in dat Neste de potentie had om ook de luchtvaartindustrie te veranderen. De organisatie nam contact op met Erämetsä en zijn collega Neville Fernandes om te vragen of Neste zich ook in wilde zetten voor gestandaardiseerde hernieuwbare luchtvaartbrandstof.

“We waren verrast”, zegt Erämetsä. “We hadden nog helemaal niet over vliegtuigen nagedacht, aangezien we ons concentreerden op hernieuwbare diesel voor auto’s.”

Erämetsä was er snel van overtuigd dat Neste ook koploper moest zijn in de transformatie naar hernieuwbare brandstoffen in de luchtvaart.

“Ik was meteen enthousiast over deze kans”, zegt hij. “Maar niet iedereen was het met me eens.”

Het begon met een paar liter.

Destijds was er nog geen duurzame luchtvaartbrandstof beschikbaar.

Neste werd uitgenodigd om met CAAFI samen te werken aan een nieuwe duurzame luchtvaartbrandstof.

Maar voordat Neste, of welk ander bedrijf dan ook, deze nieuwe brandstof kon introduceren in de markt moesten er kwaliteits- en veiligheidsnormen vastgelegd worden.

Als een vliegtuigturbine stopt omdat de tank gevuld is met de verkeerde soort brandstof, dan is dat serieus. Serieuzer dan wanneer je auto stopt aan de kant van de weg.

Erämetsä benadrukt het belang van regelgeving rondom vliegtuigbrandstof. “Vliegtuigbrandstof is de meest gereguleerde en geteste brandstof ter wereld”, zegt hij. “Als je je auto moet stoppen aan de kant van de weg, omdat je de tank gevuld hebt met de verkeerde soort brandstof, is dat zeker irritant. Maar als een vliegtuigturbine stopt, omdat de tank gevuld is met de verkeerde brandstof, is dat veel serieuzer.”

In het begin waren er geen “alternatieve luchtvaartbrandstoffen”, laat staan een definitie over wat deze zijn of hoe ze goedgekeurd moeten worden. CAAFI en ASTM (de Amerikaanse organisatie die verantwoordelijk is voor de wereldwijde standaardisatie van luchtvaartbrandstof) moesten dat bepalen.

“De belangrijkste beslissing, en het startpunt van dit proces, was dat we ervoor moesten zorgen dat de brandstof ‘drop-in’ was. Dat betekent dat de brandstof bruikbaar is voor alle vliegtuigmotoren: een brandstof die gebruikt kan worden om tanks op ieder vliegveld ter wereld te vullen.”

De details die deel uitmaken van een volledige standaardisatie vereisen veel tijd. Het is daarom geen wonder dat Erämetsä’s baas zo terughoudend reageerde op zijn suggestie dat Neste zich moest richten op zo’n moeilijk en jarenlang proces.

Vandaag de dag begrijpt Erämetsä die terughoudendheid. “Het was moeilijk om het hoofdkantoor van iets te overtuigen wat hier, duizenden kilometers verder weg, logisch was”, zegt hij.

Dus Erämetsä deed waar hij goed in was. Luisteren naar de tegenargumenten, gebruik maken van een raadgevende benadering, om vervolgens stapsgewijs mensen van gedachte te doen veranderen.

Hij overtuigde zijn baas om mee te doen aan de testfase. Gedurende die periode vielen langzamerhand de tegenargumenten weg.

“Uiteindelijk gaf het hoofdkantoor toestemming om een aantal liter van onze hernieuwbare brandstof te sturen voor initiële tests”, zegt hij. “Het was een voorzichtige start, maar we waren wel van start.”

Erämetsä deed het juiste door tegen de stroming in te gaan. Het standaardisatieproces duurde geen 40 jaar, maar 5.

Erämetsä deed het juiste door tegen de stroming in te gaan. Het standaardisatieproces duurde geen 40 jaar, zoals men vreesde, maar 5. Het creëerde de basis voor een wereldwijde markt voor duurzame luchtvaartbrandstof - een product dat daarvoor nog niet eens bestond.

 
Trots moment

Erämetsä herinnert zich graag de dag in 2011 toen Neste een grote hoeveelheid van haar nieuwe Neste MY Renewable Jet Fuel leverde aan Lufthansa.

Hij herinnert zich ook nog de allereerste testvlucht. “Ze deden baanbrekende tests”, zegt hij. “Ze vlogen een commercieel vliegtuig bijna 1200 keer tussen Hamburg en Frankfurt met twee soorten brandstof: De ene motor had onze hernieuwbare brandstof en de ander had reguliere brandstof. Onze nieuwe brandstof werkte net zo goed als de reguliere.”

“Het was leuk geweest als ik op een van die testvluchten had gezeten”, voegt hij eraan toe. 

Afgelopen mei heeft Neste haar organisatie opnieuw ingedeeld zodat hernieuwbare luchtvaartbrandstof een eigen afdeling kreeg. Erämetsä noemt dat nog steeds een van zijn meest trotse momenten.

“Dat betekent dat het nu core business is”, zegt hij. “De afdeling heeft een plek in de bestuurskamer naast de andere afdelingen. Er kan zoveel veranderen in 10 jaar tijd!”

“Het laat zien dat Neste de wil en het zelfvertrouwen heeft om nieuwe, duurzame en commercieel succesvolle producten te ontwikkelen”, voegt hij eraan toe.

Inderdaad, na standaardisatie en lancering heeft Neste op ambitieuze wijze haar capaciteiten voor de productie van duurzame luchtvaartbrandstof vergroot.

“Neste is nu koploper in de industrie met 100.000 ton brandstof per jaar, dat allemaal geproduceerd wordt in de Porvoo raffinaderij. Wanneer onze raffinaderij in Singapore af is, kunnen we een miljoen ton brandstof per jaar maken. Dat zal een enorme impact hebben op de duurzaamheid van de luchtvaart wereldwijd.” 

We hopen nog veel meer bedrijven in deze sector te zien! We zijn niet bang voor concurrentie – we omarmen het. We kunnen niet in ons eentje zorgen voor verandering.

De standaard voor het soort brandstof dat Neste maakt is beschikbaar voor andere bedrijven. Het gaat er om duurzaamheid beschikbaar te maken voor iedereen, niet om een of meerdere bedrijven voor te trekken.

“We hopen nog veel meer bedrijven in deze sector te zien”, zegt Erämetsä. “We zijn niet bang voor concurrentie – we omarmen het. We kunnen niet in ons eentje zorgen voor verandering. We moeten groeien en anderen ook, want zonder hernieuwbare brandstof kan de luchtvaart haar milieudoelen niet halen. Er is geen andere weg.”

Erämetsä werkt nu bij Neste als teamleider aviation regulation. Volgens het Finse recht had hij met een leeftijd van 63 vorige zomer al gepensioneerd kunnen zijn.

Zonder hernieuwbare brandstof kan de luchtvaart de milieudoelen niet halen. Er is geen andere weg.

“Ik heb besloten om nog twee jaar door te werken. Er is nog genoeg werk te doen, en ik geniet ervan. Het zou geweldig zijn als ik nog kan meemaken dat er Europese wetgeving komt over hernieuwbare luchtvaartbrandstof.”

In zijn huidige werk volgt Erämetsä nauwlettend het internationale debat rondom klimaatverandering en hoe het de luchtvaart erbij betrekt. Hij doet mee aan hoorzittingen en workshops in landen waar wetgeving rondom hernieuwbare brandstof op de politieke agenda staat.

“Voor mij is het niet gewoon een baan. Het is ook op persoonlijk vlak belangrijk voor me. Alles omvattende acties zijn noodzakelijk om de klimaatcrisis op te lossen. Dat betekent dat we ons houden aan strikte wetten op Europees niveau waar iedereen zich in kan vinden. Het is veel moeilijker om wereldwijd afspraken te maken.”  

Het zou geweldig zijn als ik nog kan meemaken dat er Europese wetgeving over hernieuwbare luchtvaartbrandstof komt.

The International Civil Aviation Organisation (de Internationale Burgerluchtvaartassociatie, oftewel ICAO) is een gespecialiseerd bureau binnen de Verenigde Naties. Het houdt zich bezig met luchtvaartwetgeving en zal in 2022 samenkomen. Daar zullen ze praten over een nieuwe strategie en een planning maken om duurzame luchtvaart wereldwijd te bevorderen. Vooruitgang komt dus langzaam maar zeker, legt Erämetsä uit.

“We moeten manieren vinden om vliegen duurzamer te maken”, zegt Erämetsä. “We hebben niet slechts één, maar vele oplossingen nodig. Neste is de hoofdproducent van één van de oplossingen – ‘drop-in’ hernieuwbare luchtvaartbrandstof – maar we zijn niet tegen andere oplossingen. Samen hebben we meer impact.”

Erämetsä hoopt dat andere brandstofproducenten en luchtvaartmaatschappijen zo snel mogelijk dezelfde uitdaging aangaan.

“Er zijn hoopgevende signalen”, zegt hij. “Tijdens een recent ICAO-seminar vroegen wetgevers aan fabrikanten wat hun toekomstige plannen waren voor hernieuwbare luchtvaartbrandstoffen. Uit deze poll bleek dat de totale hoeveelheid hernieuwbare luchtvaartbrandstof tegen 2027 jaarlijks rond de 6 miljoen ton zal liggen. Dat is een veelbelovend signaal.”

Erämetsä heeft een carrière die meer dan vier decennia beslaat. Hij heeft de laatste 15 jaar besteed aan het aanmoedigen van duurzame manieren om mensen te vervoeren over land en in de lucht.

Wat vindt hij zelf van zijn nalatenschap als de sleutelpersoon die gezorgd heeft voor de standaardisatie van hernieuwbare luchtvaartbrandstof? Hij lijkt er blij mee te zijn, maar hoeft niet per se zo’n titel te hebben.

Dit is namelijk gewoon een van de vele dingen waar hij goed in is: mensen overtuigen om slimme keuzes te maken.