Duurzaamheid
21.01.2020

De regels van Nieuwe Duurzaamheid

Tekst: Jordi Albacete en Matt Potter, Illustratie: Brett Ryder

Big data en transparantie zijn in opkomst. Dit zet de traditionele ideeën over duurzame bedrijfsvoering op hun kop. Bedrijven doen er alles aan om hun duurzaamheidsdoelstellingen te behalen. ‘Nieuwe Duurzaamheid’ biedt hierin een fris perspectief.

Verwacht hier het volgende te leren:

  • Hoe mensen wereldwijd op een radicaal nieuwe manier naar duurzaamheid gingen kijken.
  • Wat de meest duurzame bedrijven op de Global 100 list met elkaar gemeen hebben.
  • Waarom Neste het risico nam om te kannibaliseren op de eigen business, toen ze hernieuwbare brandstof begon aan te bieden.  
  • Waarom een succesvol bedrijf duurzaam is, en waarom duurzaamheid succes oplevert.

 
“Ons huis staat in brand.”

Het uitzicht op de bergen tegen een strakblauwe Alpenlucht zorgde voor een rustige sfeer op het World Economic Forum. Normaal gesproken arriveerden de afgevaardigden per helikopter, privévliegtuig of auto in Davos en zorgde de sfeer ervoor dat ze zich ontspanden en eerder geneigd waren tot overeenstemming te komen.
 
Het uitzicht op de Alpen met een strakblauwe lucht geeft deze bijeenkomsten normaal gesproken een rustgevend karakter. Dit zorgt voor een ontspannen sfeer onder de afgevaardigden die in Davos aankomen per helikopter, privé-vliegtuig of auto op het World Economic Forum.
 
Maar dit jaar voelde het minder rustig. Greta Thunberg was aanwezig en ze vertegenwoordigde in haar eentje de gehele buitenwereld. Welbespraakt en met overtuiging sprak ze de leiders in Davos toe over een opwarmende wereld.
 
Het Akkoord van Parijs was vijf jaar hiervoor vastgelegd. Daarin stonden doelen die zelfs vorig jaar nog theoretisch haalbaar leken, al zou het lastig worden. Nu gelooft bijna niemand meer dat we ook maar één van deze doelen kunnen halen.
 
Thunberg heeft de massa geprikkeld. Haar opzwepende woorden waren nodig om de publieke opinie te veranderen. Maar bij grote organisaties speelt duurzaamheid al veel langer een steeds belangrijkere rol, omdat zij, afhankelijk van hun inzet, worden beloond of gestraft door de internationale financiële wereld. 
 
En niet alleen de manier waarop wij verduurzamen verandert, maar ook de manier waarop we over duurzaamheid denken.
 
Thunberg heeft de publieke opinie geprikkeld. Haar woorden zijn de strijdkreet geworden die elke verschuiving in het wereldwijde bewustzijn nodig heeft. Maar er is al een beweging gaande - en wel die zich in een dramatisch tempo afspeelt - in het hart van grote bedrijven en ondernemingen, en in de wereldwijde beleggingsmarkt die hen daarvoor beloont of straft.
 
En het zijn niet alleen de praktijken die veranderen, maar ook het idee van duurzaamheid zelf.

 
De nieuwe Duurzaamheid

Duurzaam denken heeft vaak iets weg van het oude ‘Wilde Westen’. Bedrijf na bedrijf wordt uit de grond gestampt en maakt daarbij vaak zijn eigen regels. En een deel is vastgelopen in die algemene wetteloosheid en verwarring.
 
Er zijn gevallen geweest van lobbygroepen die niet-duurzame praktijken "vergroenen"; dit heeft op zijn beurt geleid tot het vermoeden dat een bedrijf slechts enkele initiatieven op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) moet steunen en af en toe een kleine "groene" accreditatie voor een product moet krijgen, aan de hand van goede PR, om zijn reputatie weer schoon te krijgen. Maar greenwashing ging ten koste van het vertrouwen van het publiek. Het gebrek aan transparantie - of aan een universele accreditatie die een holistische kijk heeft op de duurzaamheid van een bedrijf, activiteit, technologie of product - heeft geleid tot verwarring en scepsis bij bedrijfsleiders, de overheid en het grote publiek.
 
Maar nu blijken Big Data en de beleggingsmarkt twee onwaarschijnlijke bondgenoten, die klaar lijken te zijn om dingen te veranderen - en snel.

 
Laten we het over oplossingen hebben

Lars Peter Lindfors is Neste’s senior vice president, innovation. Lars Peter Lindfors is Neste’s senior vice-president voor innovatie. Hij heeft zelf ervaren hoeveel passie er is om technologieën te ontwikkelen die de meest urgente milieuproblemen kunnen oplossen. Zowel bij Neste, waar hij in de loop van zijn carrière heeft gekeken naar duurzame strategieën, toezicht hield op onderzoek en ontwikkeling, technologie, investeringsbeheer en -processen, als bij verschillende stichtingen en academies voor technologiebevordering. Hij vindt dat er reden is voor optimisme.

“Het grote publiek realiseert zich steeds beter dat broeikasgassen zich op blijven bouwen”, zegt hij. “Doemdenken gaat ons niet verder brengen. We hebben een positieve houding nodig en moeten praten over oplossingen. Er zijn uitdagingen, maar kijk eens hoe ver we al zijn gekomen.”

Doemdenken gaat ons niet verder brengen. We moeten praten over oplossingen.

Neste moest flink veranderen om een wereldwijde leider te worden in hernieuwbare brandstoffen. Er werd een eigen Research and Development-afdeling opgericht die verantwoordelijk is voor de zogenoemde NEXTBL-technologie. Met deze technologie kan hernieuwbare diesel worden gemaakt van verschillende soorten (rest)afval en plantaardige olie.

En er gloort meer hoop aan de horizon: hernieuwbare energie is voor het eerst goedkoper aan het worden dan fossielbrandstof in landen als Denemarken. Terwijl deze landen eerder zwaar afhankelijk waren van olie en kolen.

We produceren meer en verbruiken minder energieHet Bruto Nationaal Product is niet meer afhankelijk van het gebruik van fossiele brandstof. Daarnaast gebruiken landen hun al bestaande infrastructuur voor schone energie en zijn duurzame energiebronnen, zoals wind-, water- en zonne-energie, in opkomst.

Lindfors gelooft dat bedrijven sneller en makkelijker milieuvriendelijk worden wanneer ze praktische drijfveren krijgen. Maar, als je wil dat mensen duurzamere keuzes maken, moet je ze ook goed informeren.

 
Eén objectieve maatstaf

De Nieuwe Duurzaamheid betekent dat er wordt gekeken naar een bedrijf in zijn totaliteit. Niet alleen duurzaamheid, maar ook sociaal en bestuurlijk beleid wordt onder de loep genomen. Zo zien investeerders hoe duurzaam een bedrijf is en hoe goed het is voorbereid op de toekomst. Greenwashing wordt daarmee steeds moeilijker.

De behoefte om een soort holistische meting voor duurzaamheid in te voeren gaat terug tot 2015, toen de VN zeventien doelstellingen voor duurzame ontwikkeling vaststelden om tegen 2030 te bereiken.

Alle doelen van de VN hadden specifieke en meetbare indicatoren. Ze hielden rekening met hoe ingewikkeld duurzaamheid kan zijn. Het ging niet alleen om het aanpakken van klimaatverandering, maar ook om het streven naar armoedebestrijding, schoon water, hygiëne, gendergelijkheid en vrede. Zo werden alle bedrijven, overheden en NGO’s aan één objectieve maatstaf gehouden.

Nu duurzaamheid steeds populairder wordt kijken mensen, onafhankelijke bureaus en universiteiten kritischer naar bedrijven. Maar sommige bedrijven zijn ook kritischer geworden richting overheidsinstanties. Ze eisen internationale afspraken en duurzamere werkwijzen.

Sommige bedrijven zijn kritischer geworden en eisen internationale afspraken en duurzamere werkwijzen.

Om te verklaren waarom het zo lang geduurd heeft om deze nieuwe blik op de duurzaamheid van bedrijven te ontwikkelen, moeten we terug naar de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. 

 
De ongemakkelijke waarheid wordt publiekelijk besproken

Na de Tweede Wereldoorlog hadden ontwikkelde landen wanhopig economische groei nodig. De oorlog was het grootste, duurste en meest wijdverspreide conflict van de 20ste eeuw. Overheden wilden hun oorlogseconomie transformeren tot vredeseconomie.

Alle productie- en distributiesystemen waren afhankelijk van energie en olie. Overheden hadden daarom veel fossiele brandstoffen nodig. Ze bleven, misschien wel expres, naïef over de problemen van vervuiling en afhankelijkheid van een uitputbare bron. Tot de eerste serieuze oliecrisis in 1973.

In 1959 gaf de theoretische natuurkundige en ‘vader van de waterstofbom’ Edward Teller een lezing op een symposium. Hij waarschuwde daarin the American Oil Institute: bij 10% meer CO2-uitstoot zouden de ijskappen smelten en zou New York onder water komen te staan. Hij drong er bij Amerikaanse oliebedrijven op aan om alternatieven te zoeken voor fossiele brandstoffen. Helaas raakte zijn boodschap verloren in de naoorlogse bloei van de Amerikaanse consumptiemaatschappij.

 
Het witwassen van de reputatie

In de jaren ’90 begon de algemeen heersende overtuiging eindelijk te veranderen toen bedrijven, onder druk van peilingen naar consumententrends, zich gingen richten op duurzaamheid. Neste’s onderzoek, doorbraken en eerste patenten voor duurzame brandstof stammen uit deze tijd. Maar hoewel vooruitstrevende bedrijven actie ondernamen, deden andere bedrijven een stuk minder moeite.

Toby Heaps, founder and CEO of Corporate Knights

“Duurzaamheid werd gezien als een PR-probleem”, zegt Toby Heaps, oprichter en CEO van Corporate Knights. Jaarlijks stelt deze monitoringsorganisatie de lijst op van de meest duurzame bedrijven ter wereld. “Duurzaamheid werd aangepakt met persberichten en reclames.” Zo ontstond de term greenwashing: wanneer bedrijven proberen te doen alsof ze duurzaam werken terwijl dat eigenlijk niet zo is.

Zo kwam Heaps op het idee om transparantie te gebruiken om bedrijven ter verantwoording te roepen met betrekking tot duurzaamheid. Vandaag de dag ziet hij dat bedrijven heel anders met duurzaamheid omgaan. Omdat ze transparant moeten zijn over hun data, zijn ze gedwongen duurzaamheid tot in hun kernstrategie door te voeren.

“Tegenwoordig is de communicatieafdeling niet meer verantwoordelijk voor duurzaamheid, maar juist de afdeling Legal, Risk of Business Development”, zegt Heaps.

Het publiek weet op deze manier ook veel beter waar ze de lat kunnen leggen. Daarnaast is er meer informatie over duurzaamheid en is deze makkelijk te vinden.

Transparantie heeft bedrijven gedwongen duurzaamheid tot in hun kernstrategie door te voeren.

 
Van een grijze naar een groene economie

Corporate Knights staat voor ‘schoon kapitalisme’. De organisatie maakt investeerders bewust van de economische, maatschappelijke en ecologische waarde van hun beslissingen. Sinds 2005 publiceert hij de ranglijst van 'The Global 100 Most Sustainable Companies'. Neste staat hierin op nummer 3.

“De bedrijven die bovenaan de lijst staan hebben een aantal dingen met elkaar gemeen”, zegt Heaps. “De leiders aan de top van deze organisaties zijn niet bang om een standpunt in te nemen over de toekomst”. Ze gaan niet mee met de stroming. Ze zijn ‘toekomstmakers’, niet ‘toekomstnemers’.”

De leiders aan de top van deze organisaties zijn niet bang om een standpunt in te nemen over de toekomst. Ze zijn ‘toekomstmakers’, niet ‘toekomstnemers’.

Corporate Knights ziet een verschuiving in de manier waarop duurzaamheid wordt gezien. Eerst was het gewoon een extern probleem. Nu is het juist een graadmeter voor de mate waarin een bedrijf voorbereid is op de toekomst en eventuele tegenslagen.

“Bij de Global 100 is duurzaamheid niet alleen een onderdeel van de cultuur. Het is deel van de kernstrategie en wordt overzien door Operations, Legal of Finance.”

Er zijn, verrassend genoeg, bijna geen andere overeenkomsten tussen de meest duurzame bedrijven ter wereld. “Sommige zijn familiebedrijven, sommige zijn beursgenoteerd, andere hebben een overheidshistorie of zijn privaat. Er staan wel opvallend veel Scandinavische bedrijven op de lijst. Waarschijnlijk omdat deze benadering meer gebruikelijk is in die landen”, zegt Heaps.

Inderdaad, het talent om oplossingen te vinden bij tegenslagen is typisch Scandinavisch.

"We hebben altijd een sterk innovatief karakter gehad bij Neste", zegt Lars Peter Lindfors. "Alle grote oliemaatschappijen hadden toegang tot grote velden en toeleveranciers. Wij niet. Dus we hadden in zekere zin geen keus. Om te kunnen concurreren en geld te verdienen, moesten we met een andere oplossing komen. We nemen hernieuwbare grondstoffen zoals plantaardige oliën en afval van dierlijk vet en gebruiken onze eigen technologie om deze grondstof om te zetten in hernieuwbare brandstof van topkwaliteit. We voegen waarde toe door onze eigen innovatie. Wij waren de enigen die ons hele model hebben geïnnoveerd, en die het risico hebben genomen om ons eigen bedrijf te kannibaliseren [de conventionele olieraffinage-industrie uit te dagen door duurzame brandstofoplossingen aan te bieden]".

 
Duurzaamheid zorgt voor succes

Wanneer Lindfors over successen praat, praat hij als een wetenschapper, waarbij hij erkenning geeft aan samenwerking, teams en het werk dat voorheen is gedaan.

Met hetzelfde gemak benoemt hij mijlpalen in Neste’s eigen succes. “We halen per jaar het equivalent van de uitstoot door 3 miljoen passagiersauto’s in de EU van de weg.”

Het feit dat Neste juist gegroeid is, bewijst dat de Nieuwe Duurzaamheid een bedrijf niet afremt, maar juist goed doet. Een doorslaggevende factor is dat investeerders dit nu ook inzien.

Investeerders zien duurzaamheid als een indicatie dat een bedrijf op lange termijn succesvol zal zijn.

Dit komt allemaal door een nieuwe bron die makkelijker te verkrijgen is dan ooit: data.

Data is misschien wel de nieuwe olie. Het heeft geleid tot veranderingen die doorslaggevend kunnen zijn op het gebied van duurzaamheid. Datasets staan nog in de kinderschoenen, maar er vallen nu al een aantal nieuwe inzichten op.

Uit een studie van Hermes Investment Management uit 2017 blijkt dat bedrijven met de zwakste prestaties op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (ESG) de neiging hebben om ook met de breedste kredietverliezen te moeten handelen. Dit lijkt een sterke indicator te zijn dat beleggers nu inzien dat een duurzame bedrijfsfocus de blootstelling van een onderneming aan risico’s vermindert. Daarom zijn beleggers eerder bereid om hen schuldkapitaal te geven tegen lagere kosten.

Uit een ander onderzoek over 2013-2017 bleek dat de koerswinst vaak het gevolg is van de uitgifte van groene obligaties en dat een beter rendement van de activa en de ESG-metrische outperformance ook meer langetermijnbeleggers aantrekt.

BlackRock's onderzoek heeft aangetoond dat ESG-gerichte beleggingsindices consistent het rendement van standaardtegenhangers evenaren of overtreffen, te midden van vergelijkbare druk of volatiliteit. ESG-portefeuilles laten ook tekenen zien waaruit blijkt dat ze beter bestand zijn tegen marktdalingen, mede door de grotere kracht die uitgaat van hun duurzame strategieën.

Er lijkt ook een verband te ontstaan tussen duurzaamheidsreferenties en betere prestaties op andere gebieden binnen een bedrijf.

 
Radicale transparantie

Beleggers in aandelen houden op nieuwe manieren bij welke investeringen in maatschappelijk verantwoorde bedrijven het meest opleveren. Toby Heaps en Lars Peter Lindfors wijzen allebei op het belang van grondig onderzoek. “We moedigen radicale transparantie aan”, zegt Heaps. “Bedrijven zoals Neste zijn volledig transparant geweest. Zelfs toen ze net begonnen aan hun transformatie en palmolie moesten gebruiken, waren ze daar transparant over.”

Wij moedigen radicale transparantie aan. En bedrijven zoals Neste zijn volledig transparant geweest.

Het publiek en investeerders worden gewapend met “feiten, geen claims”. Zo kunnen ze geïnformeerd beslissingen maken. Dit is volgens Lindfors de kern van de Nieuwe Duurzaamheid.

“Omdat we iets nieuws doen, krijgen we meer kritiek van NGO’s dan grote oliebedrijven”, zegt hij. “Maar het is het waard. Mensen moeten je kunnen vertrouwen."

Dat is precies de les die we hieruit kunnen trekken. Als De Nieuwe Duurzaamheid iets is, is het de visie die Heaps en Lindfors delen, waarin blijkt dat economische doelen niet tegenover duurzame of maatschappelijk verantwoorde doelen hoeven te staan, maar dat ze elkaar juist kunnen versterken.

De tijd van "business is business" zijn misschien voorbij. De dagen van "succesvolle duurzame bedrijfsvoering" staan op het punt om te beginnen.