Vervoer
30.05.2023
 3 min read

De weg naar een elektrische vloot is lang, toch kun je al wel duurzamer worden

Ruim driehonderd elektrische- en waterstof trucks rijden er rond op de Nederlandse wegen. In 2030 moet dat aantal opgevoerd zijn naar 16.000. Transportbedrijven hebben de taak om hun vloot de komende zeven jaar flink te verduurzamen. Ondertussen werken andere partijen, zoals Neste, aan faciliteiten zodat al die trucks straks kunnen laden en tanken.

Tot die tijd zouden transportbedrijven die al milieuvriendelijker willen zijn, gebruik kunnen maken van biologische brandstoffen, ook al zijn alle ogen gericht op waterstof en elektrificatie. Ondernemers willen wel verduurzamen, maar er liggen hobbels op de weg. 

Afstandsangst 

Elke bestuurder is bekend met de angst om stil te staan langs de kant van de weg met een voertuig dat geen meter verder kan rijden. Voor chauffeurs van elektrische vrachtwagens is dat niet anders.  Haal je dat volgende laadstation wel? Laadstations voor vrachtwagens duiken steeds vaker op in Europa, maar een uitgebreid dekkend netwerk is nog niet beschikbaar. Dat geldt ook voor vrachtwagens die waterstof moeten tanken. 

Waterstoftankstations verschijnen steeds vaker. De opkomst van mega chargers voor elektrische vrachtwagens kan bijdragen aan de angst om lange afstanden te overbruggen. Binnen negentig minuten kan de chauffeur weer verder met zijn elektrische vrachtwagen. Detail: die zijn er in Nederland nog niet. Plannen liggen er, maar daar hebben de transportbedrijven op dit moment niet zo veel aan.

Zware batterijen zorgen voor extra ballast

Elektrische vrachtwagens hebben flinke batterijen nodig om vooruit te komen. Dat is niet zo gek, de lading is zwaar en een batterij weegt ook heel wat. Door die extra ballast kan er uiteindelijk minder vracht mee, want vrachtwagens zijn gebonden aan een maximum gewicht. Batterijen gaan ten koste van de hoeveelheid vracht en dat roept de vraag op of vrachtvervoerders wel uit de kosten kunnen komen en concurrentie kunnen bieden aan vervoerders op e-fuels of reguliere brandstof. 
 
Aanschafkosten zorgen voor een kloof

Bij de aanschaf van vrachtwagens wordt rekening gehouden met een afschrijvingstermijn van een x-aantal jaar. Dat maakt verduurzamen een project van de lange adem. Vooral kleinere bedrijven vrezen de kosten die de duurzame overstap met zich meebrengt, inclusief infrastructuur als laadpalen. De aanschafkosten van vrachtwagens zijn niet heel transparant, maar een elektrische vrachtwagen, of een op waterstof, is vijf tot zeven keer duurder dan een gewone diesel variant. Uiteraard zijn er subsidies voor aanschaf, maar die dekken niet het totale verschil. Dat moet door de ondernemer worden bijgelegd, en in een sector waar marges onder grote druk staan, zorgt dat voor twijfels en helaas ook voor uitstel van overstappen.
 
Toch geven ondernemers onomwonden aan dat ze verduurzamen belangrijk vinden, maar uit kostenoverweging, regelgeving, gebrek aan tijd en kennis komt het nog niet tot uitvoer. Elektrificatie en rijden op waterstof heeft absoluut de toekomst, kijk maar naar de verduurzamingsplannen in de oliesector. Maar als een elektrische vloot of een vrachtwagen op waterstof nog niet economisch interessant is, wat moet een ondernemer dan? Uitwijken naar biologische brandstoffen is een oplossing. Dat is al vele malen duurzamer en voorkomt nu aanschaf van duurdere vrachtwagens. Later, als elektrische vrachtwagens net als elektrische auto’s nu algemeen geaccepteerd en betaalbaarder zijn, is de overstap alsnog snel geregeld.