Duurzaamheid
22.01.2020

Dapper en innovatief: Geschiedschrijver Ulla Kiiski

Tekst: Ninni Sandelius, Afbeeldingen: Marko Rantanen

 
Je hebt de naam Ulla Kiiski misschien nog nooit gehoord. Maar deze Finse wetenschapper staat op het punt geschiedenis te schrijven met haar uitvindingen op het gebied van hernieuwbare, niet-fossiele diesel. “Veerkracht bij tegenslagen zit me in het bloed”, vertelt ze aan journalist Ninni Sandelius. In deze nieuwe serie interviewen we innovatieve mensen die onze industrie naar een duurzamere toekomst leiden.
 

 “Wij als onderzoekers wisten dat we iets speciaals in handen hadden. Maar de wereld was nog niet helemaal klaar voor verandering.”

Ulla Kiiski en haar team zijn verantwoordelijk voor een belangrijke innovatie die de koers van de wereldwijde brandstofindustrie heeft veranderd. Toch werkt Kiiski, net als uitvinder van het internet Sir Tim Berners-Lee, liever achter de schermen dan dat ze poseert voor de camera. Ze is meer bezig met haar nalatenschap dan met haar roem en fortuin.

Kiiski werkt al 33 jaar in het onderzoekscentrum bij Neste, de Finse olieraffinaderij die wereldleider is geworden op het gebied van hernieuwbare brandstoffen. Onder de vele patenten waar zij verantwoordelijk voor is, is er één die nog net zo onwaarschijnlijk klinkt als toen haar team er 23 jaar geleden op stuitte: hernieuwbare, niet-fossiele brandstof voor vliegtuigen, auto’s en boten.

Kiiski is met haar 59 jaar bescheiden en nuchter. En toch is het, net als bij Berners-Lee of de uitvinder Nikola Tesla, waarschijnlijk dat het werk van haar team op een dag wordt gezien als een keerpunt in de geschiedenis. Het werk van Kiiski en haar team creëert nieuwe mogelijkheden en is een beslissende doorbraak in de strijd tegen de klimaatverandering..

Om te begrijpen hoe Kiiski in de frontlinie terecht is gekomen van de wereldwijde ontwikkeling naar duurzame brandstoffen, moeten we ons richten op haar achtergrond en de inspiratie die ze haalt uit de wetenschap, het leven en Finland zelf.

 
Levenslessen

Ulla Kiiski werd geboren in 1960 in een boerengemeenschap in Liperia, vlakbij Joensuu in de regio Noord-Karelië in Finland. Haar ouders hielden vee en teelden hooi. Kiiski was de op twee na jongste in een gezin van zeven kinderen. Iedereen moest helpen op de boerderij.

“Werk is van essentiële waarde in mijn leven”, zegt ze. “Onze ouders waren ervan overtuigd dat als alle kinderen maar hard zouden werken, we het wel zouden redden.”

In haar laatste jaren van de middelbare school begon Kiiski’s fascinatie met scheikunde. De fascinatie die uiteindelijk zou leiden tot haar doorbraak. Sterker nog, ze kan het moment waarop dat gebeurde tot op het uur nauwkeurig aanwijzen.

Ze herinnert zich een specifieke opdracht in het lab waarin werd gevraagd om zout te maken door natrium met chloride-ionen te combineren. “Het was een openbaring om te zien hoe moleculen opgebouwd zijn. Ik realiseerde me dat het niet moeilijk is. Het is leuk en fascinerend!”

Door de aanmoedigingen van haar veeleisende leraren werd de aantrekkingskracht van scheikunde op school steeds groter voor Kiiski. “Ik vond de hoge verwachtingen van mijn leraar motiverend”, zei ze. “Ik leg van nature de lat hoog. Mijn streven om altijd het beste werk te leveren heeft mijn leven gevormd.”

Vervolgens ging Kiiski scheikunde studeren in Joensuu, waar ze zich aansloot bij de onderzoeksgroep van Tapani Pakkanen, professor in de fysische scheikunde. Hier onderzocht ze hoe materie zich gedraagt op moleculair en atomisch niveau en hoe chemische reacties ontstaan. Professor Pakkanen werd uiteindelijk een belangrijke mentor en inspiratie en Kiiski erkent zijn ‘cruciale’ impact op haar toekomst.

Ons dagelijks leven is zo verweven met scheikunde dat het soms moeilijk te bevatten is.

Pakkanen leidde een dynamisch team. Hij introduceerde zijn studenten aan zijn netwerk in de chemische industrie. Ze reisden af naar conferenties en publiceerden artikelen. Onder zijn leiding rondde Kiiski haar masterscriptie af over katalyse.

Toen Kiiski haar studie afrondde, overwoog ze lerares te worden zoals haar zus, maar haar mentor greep in. “Tapani vroeg me, ‘Ulla, weet je zeker dat je wil lesgeven?'", herinnert ze zich.

In plaats daarvan koos ze voor de scheikunde en postacademische studie. “Ik was vanaf het begin af aan heel ambitieus. Ik wist dat ik als onderzoeker veel mogelijkheden zou hebben in de scheikunde.”

Daarnaast ziet ze scheikunde als een avontuur en een zoektocht. Hierdoor voelt Kiiski zich vandaag de dag nog steeds geïnspireerd. “Dankzij scheikunde is de welvaart van de mensheid aanzienlijk verbeterd”, zegt ze enthousiast. “Denk bijvoorbeeld aan alle ontwikkelingen in de geneeskunde en de voedseltechnologie. Ons dagelijks leven is zo verweven met scheikunde dat het soms moeilijk te bevatten is.”

Pakkanen kende toevallig Outi Krauze, de manager katalyse-onderzoek bij Neste. Neste gaf haar een beurs voor haar postacademische onderzoek. Dit bezegelde haar toekomst. Na twee jaar rondde ze haar studie af en werd ze onderzoeker bij Neste’s onderzoekscentrum.

Kiiski en haar man verhuisden definitief naar Porvoo aan het begin van 1987. Ze zegt dat de steun van haar partner ontzettend belangrijk is geweest voor haar carrière. “Mijn man zegde zijn baan op voor deze kans”, zegt ze vol bewondering. “Gelukkig vond hij snel werk in Helsinki en begonnen we hier een nieuw hoofdstuk in ons leven.”

Ondanks dat ervaarde Kiiski een cultuurschok toen ze vanuit Oost- in Zuid-Finland terechtkwam. “Wij Noordelijke Kareliërs zijn tamelijk spraakzaam en open mensen,” vertelt ze lachend. Neste heeft mensen vanuit heel Finland en van over de hele wereld in dienst. Maar je vindt altijd iets gemeenschappelijks met je collega’s”, zegt ze met een glimlach.

 
De doorbraak

Begin jaren ’90 begon de wereld te veranderen. Aan het einde van de Koude Oorlog waren er nieuwe politieke agenda’s en kreeg klimaatverandering meer aandacht. Tijdens de Rio Earth Summit in 1992 bleek dat er meer maatregelen nodig waren. En met deze verandering, veranderde ook de raffinage-industrie. Er was behoefte aan hernieuwbare brandstoffen.

Toen de patentaanvraag rond was vroeg iemand, ‘Krijgen we taart?’

Kiiski onderzocht destijds katalyse-processen - de manieren waarop moleculen worden gevormd door katalysatoren. Onderdeel van haar werk was het schrijven van rapportages over nieuwe ontdekkingen voor de olieraffinaderij.

In 1993, terwijl ze werkte aan een rapport over de katalytische omzetting van plantaardige oliën door hydrogenering, raakte Kiiski ervan overtuigd dat Neste deze nieuwe technologie moest testen. Ze kon de mogelijk buitengewone eigenschappen van een nieuw product voor zich zien. De hernieuwbare diesel gemaakt met deze technologie zou paraffinehoudende koolwaterstoffen bevatten en geen aroma hebben. Ofwel, het zou geurloos zijn. Daarnaast zou het ander gunstige eigenschappen hebben, zoals een lagere uitstoot van broeikasgassen. Kortom, een paraffinehoudende diesel van topkwaliteit. En ze wist dat Neste gebruik kon maken van haar al bestaande technologie en expertise in de procesontwikkeling.

Ensio Tukiainen, destijds director of research, vroeg de toen nog jonge onderzoeker om haar ideeën te delen. Hij werd overgehaald en gaf goedkeuring voor het project. Kiiski en haar collega’s begonnen te testen hoe katalysatoren zouden werken met plantaardige oliën, namelijk koolzaadolie - in Amerika bekend als canolaolie - en tallolie vetzuur.

Niet lang daarna lukt het hen om een brandstof te ontwikkelen met goede koude-vloei-eigenschappen en een goed cetaangetal (het nummer dat de snelheid van ontvlamming van diesel en de druk die nodig is voor ontsteking aangeeft). Kiiski en haar collega’s Outi Piirainen en Pekka Aalto vroegen patent aan in 1996. Kiiski herinnert zich de dag nog goed: het was 5 februari, de dag waarop Finlands Dichter des Vaderlands Johan Ludvig Runeberg wordt herdacht.

Hoewel het belang van het moment het team niet ontging, vierden ze het typisch bescheiden. “Toen de patentaanvraag werd geaccepteerd, vroeg iemand, ‘Krijgen we taart?’”, zegt Kiiski met een lach.

 
De wereld is er klaar voor

Na het aanvragen van het patent ging het team door met testen, maar de doorontwikkeling werd gestaakt en het project leidde niet tot productie. “Het was eind jaren ’90 en de tijd was nog niet rijp”, zegt Kiiski. In die tijd onderzocht Neste ook de mogelijkheden van de eerste generatie biodiesels.

Ondertussen ging Kiiski aan de slag in het product development team. Maar toen de jaren 2000 zich aandienden, veranderde de wereld weer: naarmate de cijfers over de klimaatverandering zich opstapelden, werd de druk om de koolstofuitstoot te verminderen steeds groter. “Neste stond op een tweesprong en maakte het dappere besluit om duurzame brandstof te gaan maken”, herinnert Kiiski zich. Dit leidde tot de herstart van het project rondom de innovatie die Kiiski en haar team hadden gepatenteerd.

Mijn werk heeft me geleerd vastberaden en volhardend te zijn, en om nooit de hoop te verliezen.

In 2003 stelde de Europese Unie de Transportation Biofuels Directive op. Dit verplichtte landen om in 2010 5,75% van alle fossiele brandstoffen te vervangen door biobrandstoffen. In 2009 kwam er een update: een bindend doel van zelfs 10% in 2020. Het Finse nationale doel is nog ambitieuzer.

Deze verordening zorgde voor veranderingen in de hele energie-industrie en in 2002 werkte Kiiski weer aan de NEXBTL, de technologie die zij en haar team hadden ontwikkeld. Nu kreeg ze de kans om de brandstofeigenschappen van dit bijzondere product te onderzoeken.

Het was tijd voor Neste om een doordacht risico te nemen. Om het bedrijf in een andere richting te sturen door te investeren in deze nieuwe technologie en hernieuwbare brandstof te maken. Dit werd in die tijd zwaar bekritiseerd door investeerders, werknemers en klanten, maar wordt nu juist gezien als een risico dat het waard was om te nemen.

In 2007 opende het bedrijf een gloednieuwe afdeling in de Porvoo-raffinaderij waar Kiiski werkte. Het doel was om Neste MY Renewable Diesel te maken, dat 100% bestaat uit verschillende afval- en reststoffen en plantaardige oliën. Bovendien vermindert het de uitstoot van broeikasgassen met wel 90%.

Het bleek een slimme beslissing. Binnen tien jaar werd Neste ’s werelds grootste producent van hernieuwbare diesel. Het deed miljardeninvesteringen in hernieuwbare producten en heeft raffinaderijen gebouwd in Rotterdam en Singapore. Sterker nog, hernieuwbare diesel is nu de voornaamste inkomstenbron van het bedrijf.

Kiiski zegt dat ze heel blij is met, en trots is op, het werk dat ze verricht heeft bij Neste. Haar ambitieuze houding werkte goed in de innovatieve werkomgeving en met de verantwoordelijkheden die ze kreeg.

“Om dan te bedenken dat het allemaal meer dan 20 jaar geleden is begonnen. Nu zijn we geslaagd in het maken van een hernieuwbare brandstof dat zelfs vliegverkeer aandrijft”, zegt ze stralend. “Het is zo’n fantastisch gevoel om daar onderdeel van uit te maken.”

“Mijn werk heeft me geleerd om vastberaden en volhardend te zijn, en om nooit de hoop te verliezen.”

Kiiski benadrukt dat het succes van het team en de hele organisatie is. “Ik zou dit nooit mijn eigen doorbraak noemen. Niemand hier bereikt iets alleen. We hebben elkaars kennis en vaardigheden nodig.”

 
De kracht van nieuwsgierigheid

Kiiski is echter niet tevreden met slechts één succesvol product. Ze zegt dat ze liever “meerdere projecten tegelijkertijd aanpakt”. Ze heeft zich nu gericht op nieuwe uitdagingen en hopelijk nog meer doorbraken.

De stapels papieren in haar kantoor met studies en rapportages geven een idee in welke richting ze nu werkt. Sommige ervan gaan over het recyclen van plastic voor brandstof en chemicaliën, andere gaan over toekomstige grondstoffen als algenolie en lignocellulose.

Kiiski is ervan overtuigd dat de mensheid met oplossingen zal komen – en dat scheikunde een centrale rol zal spelen.

“Ons werk is nooit af”, zegt ze, terugdenkend aan zichzelf als ambitieuze student. “We hebben ambitieuze doelen en ontdekken constant nieuwe dingen binnen ons vakgebied.”

Kiiski heeft de industrie ook stappen zien zetten op het gebied van gelijkheid. Als jonge vrouw viel ze op binnen een door mannen gedomineerde industrie. Neste had in Finland veel vrouwen in dienst, maar in het buitenland niet.

“Er waren internationale conferenties waarbij de spreker begon met ‘dame en heren’, aangezien ik de enige vrouw daar was”, lacht ze. “Ik ben blij dat hier verandering in is gekomen de afgelopen jaren.”

Ze geeft toe dat de jongere generaties een grote verantwoordelijkheid hebben om klimaatverandering in te dammen. Maar ze ziet dit juist als een kans, niet als een belemmering. “Technologie is altijd aan het veranderen”, zegt ze. “Het kan altijd verder ontwikkeld worden.”

Ze is ervan overtuigd dat de mensheid met oplossingen zal komen – en dat scheikunde een centrale rol zal spelen. Ze roept politici op te luisteren naar experts en verstandige wel overwogen beslissingen te nemen. “Klimaatverandering kent geen grenzen. Dat zou ook voor samenwerking moeten gelden.”

Klimaatverandering kent geen grenzen. Dat zou ook voor samenwerking moeten gelden.

Kiiski is niet bekend met het begrip ‘opgeven’. “Ik denk dat dit komt door mijn Karelische afkomst. We hebben geleefd in de grensgebieden tussen oost en west en moesten op een of andere manier overleven. Misschien zit veerkracht bij tegenslagen in mijn bloed”, zegt ze.

Wanneer er gevraagd wordt naar haar nalatenschap afgezien van de mogelijk wereldwijd veranderende gevolgen van een volledig fossiel-vrije diesel, zegt Kiiski dat ze nieuwsgierigheid wil aanmoedigen – volgens haar “de belangrijkste eigenschap van en onderzoeker”. Ze is even stil. “We moeten proberen de dingen niet te overhaasten en de tijd nemen om na te denken over onze acties. We moeten onszelf onderdompelen in literatuur en boeken.”

In haar vrije tijd houdt Kiiski zich bezig met Finse oorlogsgeschiedenis. “Toen ik eens in de bossen bij een slagveld rondliep, kwam ik terecht in oud prikkeldraad”, herinnert ze zich.

Deze interesse heeft ze ook in haar afkomst. Zo is ze lid van de dorpsvereniging in Ruskeala, waar haar vader woonde toen hij nog kind was. Na haar pensioen overweegt ze genealogie op te pakken als hobby. Ze giechelt als ze noemt dat ze zelfs heeft overwogen om geschiedenis als minor te kiezen tijdens haar studie. Scheikunde was het meest aantrekkelijke alternatief.

“Geschiedenis is een interesse die nooit verdwijnt. Ik heb nooit het gevoel dat ik het volledig doorheb. Daarom vind ik het leuk.”

Hoe passend is het dat deze vrouw die twijfelde tussen geschiedenis en scheikunde, uiteindelijk geschiedenis zal schrijven met haar werk.