Duurzaamheid
12.03.2020

Dapper en innovatief: Kai Larnimaa, de man van ideeën

Geschreven door: Ninni Sandelius - Afbeeldingen: Marko Rantanen

Kai Larnimaa is niet een alledaagse revolutionair. De passie die deze milieudeskundige voor duurzaamheid heeft hielp hem bij het oplossen van enkele van de lastigste vraagstukken binnen het bedrijfsleven. Het leerde hem ook manieren om zowel de harten als de ratio van zijn omgeving voor zich te winnen.

 

Op een dag in 1997 kreeg Kai Larnimaa een idee.

Dit idee ontstond toen hij de aankondiging hoorde dat Finland zijn eerste autovrije dag zou gaan organiseren. Larnimaa werkte als specialist binnen de milieu-unit bij Neste. De discussie over de impact van broeikasgassen op het milieu begon destijds op te komen. En omdat Neste brandstof produceerde voor auto's, vond Larnimaa dat het bedrijf ook onderdeel van de oplossing moest zijn.

Larnimaa's idee was vrij simpel. Neste, een oliemaatschappij, zou mee moeten doen aan de autovrije dag. Ze zouden op een betekenisvolle manier daad bij het woord moeten voegen door te laten zien dat ze echt om het milieu geven. Misschien zou Neste gratis buskaartjes kunnen uitdelen bij benzinestations?

De jonge Fin stapte vol enthousiasme naar de directeur die verantwoordelijk was voor de brandstoftak van het bedrijf. Hij droeg zijn idee voor tijdens een kopje koffie. Larnimaa herinnert zich de reactie van de directeur nog goed. Hij kon zijn oren niet geloven. Op een gegeven moment riep hij, “Maar wij werken met koolwaterstoffen!

Larnimaa was teleurgesteld. Maar er was ook iets dat hem opviel. Uit de reactie van de directeur maakte hij op dat zijn voorstel simpelweg te vroeg kwam. Misschien was het wel het juiste idee, maar als de persoon die dat in moest zien niet daartoe in staat was, zou het nooit iets worden.

Je bedrijfsmodel aanpassen aan klimaatverandering is de enige manier om te overleven.

Larnimaa kwam tot een ontdekking die zijn carrière vorm zou geven.

Een idee moet niet alleen juist zijn - in de zin dat het logisch klinkt en voordelen biedt - maar het moet ook geaccepteerd worden, vooral door mensen die er vaak nog niet klaar voor zijn. En om dat te bewerkstelligen moet je mensen voor je winnen voordat je ze kunt mobiliseren.

“Misschien had het meedoen aan die autovrije dag uiteindelijk niet eens zoveel verschil gemaakt”, zegt hij nu terwijl hij zijn schouders ophaalt. “Maar het zou in ieder geval een signaal hebben afgegeven dat we niet tegen het terugdringen van de verkeersuitstoot waren. Sterker nog, we waren het met deze reductie eens!”

Ondanks dat zijn ideeën twintig jaar terug geen doorgang wisten te vinden, gelooft Larnimaa ook vandaag de dag nog in wat hij zich destijds realiseerde. Zijn kunde om de toekomst op zo’n manier in het heden te betrekken dat mensen zich erin kunnen herkennen, het accepteren en erin geloven, is nog altijd van groot belang voor Neste.

 
Duurzaam zijn betekent klaar zijn voor de toekomst

Vandaag de dag staat Kai Larnimaa als Senior Expert aan het hoofd van de milieuafdeling, de unit die hij drie decennia lang heeft helpen opbouwen.

Gedurende de jaren heeft hij gezien hoe mensen steeds milieubewuster werden en hoe dat milieubewustzijn de basis vormde voor een herboren bedrijf dat ontworpen is om duurzaam te zijn.

“Ja, in 1997 aarzelden we of we wel mee moesten doen aan de autovrije dag”, zegt hij. "Maar in de tien jaar daarop maakte Neste een grote sprong voorwaarts. Het ontwikkelde en investeerde flink in haar eigen innovatieve en hernieuwbare diesel. Neste opende zelfs een nieuwe raffinaderij in Porvoo, en later ook in Singapore en Rotterdam, voor het produceren van hernieuwbare diesel. En als je dan nog tien jaar verder kijkt, naar 2017, dan zie je dat in die tijd al het merendeel van onze omzet afkomstig was van duurzame brandstoffen.”

Hij neemt even de tijd om de omvang van deze verandering te laten bezinken. Van nergens aan mee willen doen, naar het uitvinden van een hernieuwbaar alternatief voor fossiele diesel, naar een bedrijf dat duurzaamheid tot haar prime business heeft gemaakt.

Het maakt me heel blij dat milieuwetenschappers en -experts zo'n grote impact hebben gehad op burgers en bedrijven wereldwijd.

Larnimaa zegt dat hij mensen die wereldwijd anderen milieubewuster willen maken erg dankbaar is. Zonder hun werk zou verandering onmogelijk zijn.

"Het maakt mij heel blij dat het werk van milieuwetenschappers en -experts zo'n grote impact heeft gehad op burgers en bedrijven wereldwijd,” zo zegt hij. "Het is essentieel dat overheden de omvang van de uitdaging die klimaatverandering met zich meebrengt inzien.”

Hoewel sommige bedrijven het idee van het omgooien van de bedrijfsmodellen omwille van klimaatverandering te ver vinden gaan, ziet Larnimaa het als de enige manier voor bedrijven om te overleven.

Bedrijven die om weten te gaan met de uitdagingen van klimaatverandering, zullen op de lange termijn succesvol zijn.

Hij ziet duurzaamheid als een indicator van toekomstbestendigheid. Dat is ook waarom duurzame bedrijven steeds aantrekkelijker worden voor investeerders. "De bedrijven die om weten te gaan met de uitdagingen van klimaatverandering, zullen op de lange termijn succesvol zijn,” stelt hij.

Maar hij weet ook hoe groot die uitdaging is. Larnimaa's eigen moment van bezinning heeft hem immers doen inzien dat het net zo belangrijk is om mensen voor te bereiden op het accepteren van de toekomst, als het weten van wat de toekomst gaat brengen.

Duiken we dieper in zijn persoonlijke geschiedenis, dan vinden we daar een aantal belangrijke aanwijzingen voor hoe zijn benadering van deze uitdaging zijn leven zou bepalen – en tot op zekere hoogte dat van ons allemaal.

 
De opkomst van het milieubewustzijn

Al in zijn jonge jaren waren er tekenen dat Kai Larnimaa's toekomst deze kant op zou gaan.

Hij werd geboren in Kouvola, een klein stadje in het noordwesten van Finland. Nadat hij de middelbare school had afgerond, ging hij als jonge liefhebber van scheikunde, natuurkunde, biologie en milieuwetenschappen studeren aan de Universiteit van Kuopio, die nu deel uitmaakt van de Universiteit van Oost-Finland.

Hij was erg enthousiast over deze gloednieuwe academische discipline waarbinnen al zijn interesses leken samen te komen. Maar dat enthousiasme vond niet altijd weerklank binnen zijn omgeving. Larnimaa groeide op in een arbeidersgezin en was de eerste uit zijn familie die de middelbare school afrondde, laat staan aan de universiteit ging studeren. Hoewel zijn familie verheugd was dat hij aan de universiteit ging studeren, stonden ze versteld van zijn studiekeuze.

Mijn familie verzekerde mij ervan dat milieuwetenschappen in de toekomst misschien een belangrijk vakgebied zou gaan worden.

"Ze dachten dat ik dokter of rechter zou worden!” lacht hij.

"Toch hebben ze mij uiteindelijk ervan verzekerd dat milieuwetenschappen in de toekomst misschien een belangrijk vakgebied zou gaan worden. En gelijk kregen ze.”

Ze waren niet de enige die het maar een rare studie vonden. ‘Milieuwetenschappen’ was een concept dat aan het eind van de jaren ‘70 kwam overwaaien uit de Verenigde Staten. Als academische discipline was het iets compleet nieuws, iets anders, vreemd zelfs binnen de Finse wetenschap. Toen Larnimaa begon met zijn studie, was ook hij onzeker over de richting van zijn carrière.

Maar zelfs toen waren er duidelijke signalen waaruit je als belangstellende kon opmaken dat bezorgdheid over het milieu op het punt stond mainstream te worden.

Rond deze tijd werd in Finland het milieubeleid opgesteld. Het Finse Ministerie van Milieu werd in 1983 opgericht, als reactie op de opkomst van het milieubewustzijn in de jaren ’70 en de nieuwe wetgeving inzake luchtvervuiling. Naarmate de wereld bezorgder werd over de staat van het milieu, groeide ook het milieuactivisme.

Larnimaa zag met eigen ogen hoe enkele van zijn medestudenten in het kielzog van deze ontwikkelingen geïnteresseerd raakten in milieuactivisme. De discussie omtrent kernenergie was een van de kwesties waar studenten het niet over eens waren.

Larnimaa werd zelf ook tijdens zijn studie meer bewust van de milieuproblematiek.

“Er was niet echt een specifieke zaak waar ik me voor inzette. Ik wilde mij inzetten voor betere werkwijzen in de industrie, ervaring opdoen, lezen en leren zoveel ik kon.”

Naarmate zijn studie vorderde en hij voor zijn masterscriptie onderzoek deed naar de rookgasemissie in steenfabrieken, raakte hij vooral geïnteresseerd in luchtvervuiling.

Maar, het ging verder dan zijn scriptie. Hij realiseerde zich dat hij met behulp van onderzoek, en ondersteund door wetenschappelijke feiten, verandering kon betogen en oplossingen kon ontwikkelen om de uitstoot tegen te gaan en het milieu te beschermen.

Ik kwam erachter dat ik liever in de fabriek zou werken dan dat ik aan de poort zou staan te schreeuwen.

Met deze duidelijke agenda werd Larnimaa redacteur bij het studentenblad Emissio. Hij werd een campagne-icoon en wilde aan iedereen laten zien dat hij en zijn medestudenten bedrijven en overheden konden voorzien van expertise en konden helpen milieuproblemen serieus te nemen.

De ervaring die Larnimaa opdeed tijdens zijn onderzoek naar luchtvervuiling hielp hem aan zijn eerste fulltime baan, nog voor zijn afstuderen. Hij begon bij een ingenieursbureau dat voor industrieën emissietesten uitvoerde. In april 1987 kwam hij, door zijn denkwijze, bij Neste terecht, waar hij als ijverige net-afgestudeerde sollicitant een baan wist te bemachtigen.

Tijdens zijn sollicitatiegesprek vroegen zijn toekomstige bazen, de senior vice president en het hoofd van de milieu- en veiligheidsafdeling, hem waarom hij bij Neste wilde komen werken. Hij gaf een antwoord dat symbool zou komen te staan voor zijn verdere leven. “Ik vertelde ze dat ik tijdens mijn studie erachter was gekomen dat ik liever in de fabriek zou werken om te ervaren en begrijpen hoe we iets zouden kunnen doen aan het terugdringen van de industriële uitstoot, dan aan de poort staan te schreeuwen.”

Larnimaa beschouwt de vrouw die hem de vraag stelde, Airi Laiho, als een van zijn heldinnen.

"Zij leerde mij hoe onze sector voordeel haalt uit het serieus nemen van de milieuproblematiek.”

 
Duurzaamheid als winstmotor

Zijn op wetenschap en onderzoek beruste houding loodste Larnimaa door zijn 30-jarige carrière bij Neste als een expert op het gebied van milieuzaken.

Het is niet moeilijk om in te zien waarom het bedrijf ook in hem geïnteresseerd was. Neste had al in 1969 een van 's werelds eerste milieuafdelingen opgericht. Het doel van de unit was om te monitoren hoe Neste-raffinaderijen van invloed waren op hun nabije omgeving en hoe de uitstoot beperkt zou kunnen worden.

Neste was een pionier op het gebied van milieubewust denken en richtte al in 1969 een van 's werelds eerste milieuafdelingen op.

Toen Larnimaa zijn carrière bij Neste begon, kwam zijn eerste functie echter als een verrassing, misschien zelfs als lichte teleurstelling. Hij kreeg een rol toebedeeld als veiligheidsadviseur voor chemische producten. Het was een functie die maar weinig van doen had met zijn achtergrond als luchtvervuilingsdeskundige.

"Hoewel ik me niet helemaal op mijn plek voelde, richtte ik mij op de nieuwe baan”, herinnert hij zich. "Neste maakte chemicaliën en plastics, en we hadden een nieuw soort kunststof hars ontwikkeld waarmee de luchtkwaliteit op de werkplek sterk werd verbeterd en de gezondheidsrisico's voor de arbeiders en cliënten in de fabriek verminderden. Het product werd zeer goed ontvangen. Naast dat het dus een veiliger product was, vergrootten we uiteindelijk ook ons marktaandeel.”

Dit was de eerste keer dat hij een belangrijke les leerde, zo zegt hij, een les die hij later in zijn carrière nog vaak tegen zou komen. "Door processen en producten milieuvriendelijker en veiliger te maken, ga je normaliter ook meer verkopen en meer winst maken.”

Larnimaa herinnert zich nog goed hoe in de jaren ‘80 de CEO van Neste destijds, Jaakko Ihamuotila, alle medewerkers aansprak. Hij benadrukte dat milieu kwesties niet alleen als een last moest worden gezien, maar ook als een kans voor bedrijven.

Door processen en producten milieuvriendelijker en veiliger te maken, ga je normaliter ook meer verkopen en meer winst maken.

Ihamuotila's visie vormde voor Larnimaa het bewijs dat hij de juiste keuze had gemaakt voor zijn werk. Maar ondanks de steun van de CEO verschilden de houdingen over milieu kwesties en de aanbevelingen van deskundigen binnen het bedrijf enorm in de jaren ‘80 en ‘90 .

"Sommigen waren enigszins positief,” aldus Larnimaa. “Anderen waren verbaasd. En velen waren sceptisch.”

Maar Larnimaa en zijn collega's waren ervan overtuigd dat Neste rekening moest houden met milieuveiligheidsfactoren om succesvol te zijn. "We waren ons ervan bewust dat als we dit niet zouden doen, we snel in de problemen zouden raken.”

 
Bestand tegen weerstand

Tegen die tijd had Larnimaa op basis van zijn werk bij Neste reeds geleerd hoe hij elke situatie het beste op kon lossen, zowel voor het bedrijf als voor het milieu.

In 1990 begon hij met de ontwikkeling van een afvalmanagementplan voor Neste's raffinaderij in het Finse Porvoo. De stortplaats van de raffinaderij was bijna vol en de geplande uitbreiding leek erg duur te gaan worden. Maar toen Larnimaa de suggestie opwierp dat de stortplaats gesloten zou moeten worden en dat het afval in plaats daarvan verplaatst zou moeten worden naar de nieuwe openbare stortplaats dichtbij, kwam zijn directeur tegen zijn aanbeveling in verzet.

Larnimaa bleef echter beleefd en vastberaden. Tegen 1992 was zijn plan uitgevoerd en bleek het een succesformule te zijn. Neste's eigen stort werd gesloten en het afval werd afgeleverd bij de nieuwe, naar behoren ontworpen openbare stortplaats. Het resultaat was een succes dat veel te danken had aan Larnimaa's gevoel voor menselijke psychologie. Bij de openbare stortplaats werden de binnenkomende trucks gewogen en werd er op basis van het gewicht een bedrag in rekening gebracht. Dit zorgde ervoor dat mensen meer aandacht kregen voor de prijs die er betaald werd voor de hoeveelheid afval in het algemeen.

"Ze zeggen dat je met verontreinigingspreventie goed kan verdienen,” lacht Larnimaa. “En dat is precies wat er hier gebeurde. Iedereen was blij met het eindresultaat. We hoefden ons geen zorgen meer te maken over het onderhoud aan de stort en de kosten ervan, we hadden de totale hoeveelheid afval weten terug te dringen en bespaarde er geld mee.”

Er bestaat een patroon dat zich telkens weer herhaalt als er nieuwe ideeën worden voorgesteld, zo legt Larnimaa uit. Verzet, verdenkingen en aarzeling zijn veelvoorkomende reacties als je oplossingen biedt die de status quo uitdagen.

Er bestaat veel verzet tegen het voorkomen en oplossen van klimaatverandering. Hoewel de feiten voor zich spreken en vragen om dringende maatregelen, willen sommige mensen en overheden zich er nog altijd niet achter scharen.

“In het begin kan het verzet heel frustrerend zijn. Maar ik heb geleerd dat mensen tijd nodig hebben om zich aan te passen, hun meningen bij te stellen en mee te gaan doen. Uiteindelijk neemt de weerstand af en kunnen er veranderingen worden doorgevoerd. Het kost gewoon wat tijd en geduld.”

Larnimaa denkt dat hetzelfde ook van toepassing is op grotere, globale schaal.

“Er bestaat veel verzet tegen het voorkomen en oplossen van klimaatverandering. Hoewel de feiten voor zich spreken en vragen om dringende maatregelen, willen sommige mensen en overheden zich er nog altijd niet achter scharen. Het heeft tijd nodig,” zegt Larnimaa.

 
Een harde les in het belang van transparantie

Larnimaa heeft ook de nodige tegenslagen meegemaakt. In het begin van de jaren ‘90 raakte de lokale gemeenschap in Porvoo bezorgd over de uitstoot van de Neste-raffinaderij. De gemeenschap begon een publieke campagne tegen Neste. De meest toonaangevende krant van Finland, de Helsingin Sanomat, mengde zich in de kwestie, met zeer kritische stukken over Neste en haar uitstoot.

"We waren niet voorbereid op zoveel kritiek,” geeft hij toe.

Het ironische is, aldus Larnimaa, dat Neste toen al begonnen was met het bouwen van een nieuwe terugwinningsinstallatie voor zwaveldioxide, om de zwaveluitstoot drastisch te beperken. Maar het bedrijf had tot dan toe nagelaten deze plannen aan het publiek en de media te communiceren.

We moesten nog meer doen om onze uitstoot te verminderen, we moesten het beter doen en transparant zijn.

Larnimaa geeft toe dat de kritiek “hard aankwam”, want Neste voldeed aan alle richtlijnen. Maar hij stelt wel dat de negatieve aandacht heeft bijgedragen aan het veranderen van de houding en een nieuwe manier van denken binnen Neste heeft gestimuleerd. Het hielp het bedrijf transparanter te worden en beter samen te werken met lokale gemeenschappen. Vandaag de dag zijn dat de belangrijkste kenmerken van het bedrijf.

“Het was voor ons een tijd van bezinning. We hebben toen veel geleerd. We realiseerden ons dat we nog meer moesten doen om onze uitstoot te verminderen. We moesten het beter doen. We waren ook niet transparant genoeg over onze werkzaamheden.”

Larnimaa beschouwt transparantie als een belangrijke sleutel tot succes. Neste heeft er nu geen problemen mee om toe te geven dat het in het verleden bovenaan de lijst stond van meest vervuilende Finse bedrijven.

“Zo laten we tegelijkertijd zien dat we hard gewerkt hebben om die uitstoot tegen te gaan,” zegt hij. Neste is er bijvoorbeeld in geslaagd om de uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxide uit raffinaderijen drastisch te verminderen, vergeleken met statistieken uit de late jaren ‘80.

 
Hoe je de concurrentie voor blijft

Een van Larnimaa's belangrijkste verrichtingen was de bouw van een grondwatercontrolesysteem bij de Neste-raffinaderijen in Porvoo en Naantali.

Tegen het eind van de jaren ‘80 erkende men dat bodemverontreiniging een serieus probleem was, zowel voor de gezondheid als voor het milieu. Larnimaa was er zeker van dat Neste dit probleem moest gaan onderzoeken. Hij reisde in 1990 af naar de Verenigde Staten om meer te weten te komen over het controleren en behouden van het grondwater om veranderingen op te sporen.

“Vervolgens heb ik het grondwatercontrolesysteem voor Neste opgezet. Het is vandaag de dag nog altijd in gebruik.”

Er verschijnt een lach op zijn gezicht wanneer Larnimaa zich de reactie herinnert van de directeur van de raffinaderij, toen hij het systeem aan hem introduceerde.

"Ik had tien controlestations aanbevolen, maar de directeur besloot dat het er vijf moesten zijn. Ik was er al blij mee, want het belangrijkste was dat we konden beginnen. Het duurde maar een jaar voordat we de tien stations hadden die ik aanvankelijk had aanbevolen.”

Neste begon met bodemverontreinigingscontroles in 1992, jaren voordat het bedrijven verplicht werd gesteld.

“Het is heel belangrijk dat je de concurrentie voorblijft en initiatief toont in het aanpakken van milieukwesties, voordat ze een probleem worden,” zegt Larnimaa. “Zorg om het milieu zit bij het moderne Neste in het DNA. We gaan uitdagingen niet uit de weg; we gaan ze aan en doen er iets mee.”

De Europese Commissie heeft een strategie gepresenteerd die streeft naar nul uitstoot in 2050. Het is mijn taak om uit te zoeken wat dat voor Neste betekent.

“Ik kijk constant hoe zaken goedgekeurd en ontwikkeld kunnen worden. Dit is al sinds ik ging studeren mijn passie. Zo heeft de nieuwe Europese Commissie een nieuwe Green Deal-strategie gepresenteerd die streeft naar nul uitstoot in 2050. Het is mijn taak om uit te zoeken wat dat voor Neste betekent.”

Als we hem om zijn grootste erkenning vragen, herinnert Larnimaa zich een compliment dat een collega hem ooit gaf.

“Ik ben zo gefocust op het onderbouwen van mijn argumenten met feiten en statistieken,” zegt hij lachend. "Een van mijn collega’s noemde mij de ‘meest logisch denkende niet-ingenieur van het bedrijf’!”